Moeten we echt alles opslaan? ============================= Opinie, NRC next, 3 feb. 2010. Internationale criminaliteit plaatst de overheid voor een keuze: moet je altijd of juist selectief speuren bij burgers? Dit kabinet heeft gekozen: veiligheid gaat boven privacy. Door BART JACOBS Afgelopen donderdag op de internationale privacydag maakte het College Bescherming Persoonsgegevens een kritisch rapport openbaar over automatische kentekenherkenning door de politie. `Onwettig' noemt het College de opslag van kentekens van auto's waarmee niks mis is. Prompt kondigde minister ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA) aan de wet te gaan veranderen. Welk signaal geeft een minister wanneer zij onwettig politiegedrag beloont met een wetswijziging? Dat de politie gerust de wet kan overtreden? Of dat wetten voor de overheid een andere status hebben dan voor burgers? In ieder geval is duidelijk dat we voor bescherming van onze privacy niet bij deze minister moeten zijn. Bij haar besluit tot invoering van naaktscanners op luchthavens polariseert ze: je bent `van de veiligheid' of `van de privacy'. Ze liet geen twijfel over haar eigen positie. Haar scannerbesluit heeft echter vooral symbolische waarde, nu experts erkennen dat de springstof van de kerstmisbom ook met naaktscanners onopgemerkt zal blijven, op of in het lijf. Desalniettemin moeten burgers nog strakker in het gelid, met handen omhoog en koppen dicht tweemaal omdraaien om tot op het bot doorgelicht te worden, steeds angstiger om uit de rij gehaald te worden. Wat is hier aan de hand? Wat is de grote lijn? Vroeger was misdaad vooral lokaal georganiseerd, was er een grotere mate van sociale controle en spraken burgers elkaar directer aan bij wangedrag of conflicten. De misdaad is nu echter sterk internationaal georienteerd geraakt, is nauwelijks plaatsgebonden en maakt gebruik van moderne communicatiemiddelen, zoals bij aanvallen op internetbankieren of andere computernetwerken. Het internationale terrorisme versterkt deze trend, vooral als dreiging. Een regionaal georienteerde politie volstaat niet bij deze ontwikkelingen. De zogenaamde `nodale orientatie' die hoofdcommissaris Bernard Welten voorstelt vormt hierop een consistente reactie: de nieuwe taak van de overheid is om alle burgers systematisch in de gaten te houden, middels directe toegang te eisen tot cruciale gegevensstromen in de samenleving, zodat al bij dreigende patronen preventief ingegrepen kan worden. Massale overheidscontrole, ook van onverdachte burgers, komt in de plaats van kleinschalige sociale controle. Tegenover deze massale proactieve overheidscontrole staat een maatschappijvisie gebaseerd op selectieve reactieve controle. Daarbij is de overheid zodanig toegerust dat zij alleen bij verdenkingen tijdelijk en gericht in kan prikken op de ict-infrastructuur om selectief in te zoomen en informatie te verzamelen die direct gerelateerd is aan de verdenking. Dit onderscheid tussen `massaal & proactief' versus `selectief & reactief' ligt ten grondslag aan veel actuele privacydisscussies: moeten kentekens van alle passerende auto's opgeslagen worden of alleen van auto's op een hitlijst? Moeten van alle burgers telecom -en internetverkeersgegevens opgeslagen worden of alleen van verdachten (bevriezing)? Moeten van alle burgers de vingerafdrukken in een centrale databank of alleen van burgers die iets op hun kerfstok hebben? Aan beide maatschappijvisies kleven risico's. Bij de selectieve en reactieve aanpak kan men mogelijk informatie missen of te laat reageren bij een incident. Bij de massale en proactieve aanpak kan men de relevante gegevens mogelijk niet herkennen in de hooiberg of niet op de juiste wijze inschatten, zoals bij de kerstterrorist. Tevens bestaat er het risico van verlies van al die verzamelde informatie, van lekken, van chantage, van identiteitsfraude, van angstige zelfdisciplinering omdat je weet dat alles geregistreerd wordt en dat ook jij onverwachts uit de rij gehaald kunt worden. Op dat moment gaat het verlies van privacy hand in hand met een verlies van onbevangenheid en autonomie bij alle, en dus ook onverdachte burgers. Op de achtergrond bestaat bij proactieve en massale controle de dreiging van grootschalige disciplinering, inderdaad het moet gezegd, als in een politiestaat. Het is een gewetensvraag aan ieder van ons welke maatschappijvisie wij voor staan en welke risico's wij willen nemen. Selectieve reactie ligt in de lijn van onze nationale traditie. Maar dit kabinet maakt nu andere keuzes, die vragen om een expliciete standpuntbepaling en verantwoording. Bart Jacobs is hoogleraar computerbeveiliging aan de Radboud Universiteit Nijmegen.