Leertaak 3

Procedure-semantiek

Achtergrond

Met behulp van een administratie van proceduredeclaraties is het mogelijk om dynamische en statische scope voor procedures te beschrijven. Het onderscheid is uit te drukken via een verschil in het mechanisme om nieuwe procedure-declaraties in de administratie te verwerken. In compilers kunnen we deze mechanismen terugvinden. Soms is er een speciale ingreep nodig om aan recursieve procedures de juiste semantiek toe te kennen.

De beschrijvingsmethode die we hier bekijken, leent zich goed als basis om andere proceduremechanismen te karakteriseren.

Leerdoel

Na het voltooien van deze taak kunt u

Instructie

  1. Lees p. 56-57. Kernbegrippen:
  2. Bekijk het programma in Exercise 2.39 (p. 55). Bepaal de waarde van y na uitvoering van het programma in het geval van Beredeneer de resultaten aan de hand van de semantiekregels.
  3. Construeer een statement dat het verschil tussen de twee regels in Tabel 2.6 (p. 56) illustreert. Motiveer het antwoord aan de hand van de semantiekregels. Wellicht lukt het ook zónder de gehele afleidingsbomen te tekenen (vgl. Exercise 2.40, p. 57) om een overtuigende redenering te geven.
  4. Bespreek (zonder de details uit te werken) hoe de semantiekbeschrijving aangepast kan worden voor het beschrijven van Bekijk eventueel Exercise 2.45 en Exercise 2.46 (p. 60) ter inspiratie.

Product

Reflectie