<Informatica studeren in Nijmegen>

Mariëlle Stoelinga en

Peter van Rossum

naam: Mariëlle Stoelinga en Peter van Rossum
studierichting: "Wiskunde en Informatica", resp. Informatica en daarna Wiskunde
startjaar studie aan de RU (toen nog KUN):1990 en 1989
afgestudeerd in:1997 en 1995
interview:11 september 2008

[Mariëlle en Peter]
Mariëlle Stoelinga en Peter van Rossum zijn twee vroegere informaticastudenten die allebei werkzaam zijn gebleven in de universitaire wereld: Mariëlle in Twente en Peter bij ons aan de Radboud Universiteit. Ze wonen in Enschede en hebben een zoontje, Quinten, van zowat 2 jaar oud, nu reeds een meester blokkenbouwer; en nummer twee is op komst.

Beste Mariëlle; bijzonder leuk je weer eens terug te zien! (Beste Peter; wij zien elkaar dagelijks op het werk).

Hoe kwamen jullie eigenlijk tot de keus Informatica te gaan studeren?
Mariëlle: Toen ik in 1990 van het Lorentz Lyceum in Eindhoven kwam vond ik eigenlijk alles wel interessant. Alleen leek een bèta-opleiding me nuttiger dan Culturele Antropologie of Frans; je kunt tenslotte in je vrije tijd nog wel een Frans boek lezen, maar bij exacte wetenschap ligt dat anders.

Peter: Ik kwam in '89 van het Kruisheren college in Uden (daar had ik al kennis gemaakt met de "Nijmeegse" programmeertaal "Elan") en ik aarzelde heel sterk tussen wiskunde en informatica. Toentertijd had juist de universiteit in Nijmegen in haar eerstejaarscurriculum Informatica een sterke overlap met Wiskunde, en dat gaf de doorslag. Bovendien is Nijmegen een erg aardige stad.

Waarom koos je eigenlijk voor Nijmegen?
Peter: Zoals gezegd, het curriculum. Verder had ik rondgekeken in Leiden waar de universiteitsgebouwen op een soort industrieterrein stonden, en in Delft. Nijmegen was duidelijk het leukst!

Mariëlle: Wat me in Nijmegen aantrok waren de vrij grote mogelijkheden om Informatica te combineren met andere interessante vakken, zoals Cognitiewetenschappen, Wiskunde, "Taal, Spraak en Informatica, etc. En, ook voor mij, de leuke stad.

Wat vond je het leukst in je studie?
Peter: Ik vond de Logica-colleges van Wim Veldman erg interessant; soms bijna religieus... Verder was het college Inleiding in de Wiskunde van Frans Keune erg inspirerend voor me.

Mariëlle: Ik had precies hetzelfde. Door beide colleges heb ik precies leren denken en opschrijven, waarvan ik nog altijd plezier heb bij mijn artikelen.
Gek genoeg vond ik van de programmeercolleges P1 en P2 van Kees Koster eerst alleen de gevarieerde opgaven leuk; pas achteraf ben ik gaan beseffen hoe nuttig die cursussen waren en hoe goed ze in elkaar staken. Je bleef daar niet steken op bitjes-niveau, maar leerde echt de algemene methodiek van het programmeren, en nadenken over de opbouw van een algorithme.

Zijn er nog anecdotes uit jullie studie?
Peter: Jacques Verriet hadden veel schik toen we het voor elkaar kregen om toch (ascii-)grafische software te schrijven in Clean, wat toentertijd eigenlijk nog heel niet kon.

Mariëlle: indertijd deden Martijn Oostdijk en ik het werkcollege bij jouw vak T2 (complexiteit). Omdat dit erg moeilijk werd gevonden openden Martijn en ik een helpdesk voor de studenten in de kantine "Voor T2 en al uw wiskundeproblemen!".

Op een gegeven moment waren er bezuinigingen en kon er maar eén assistent overblijven. Wij naar Hans Janssen: konden we het niet samen blijven doen, elk tegen half tarief? Hans vond toen een potje waaruit we ruim de helft vergoed kregen; maar even later bleken er opeens zoveel studenten te komen dat de bezuiniging werd herroepen en we toch gewoon ons oorspronkelijke baantje hielden...

O ja: ooit werden we op het matje geroepen bij Rinus Plasmeijer, want er waren twee technisch identieke oplossingen van een bepaalde opgave ingeleverd! Eén van de twee opgaven was van het web gekopieerd - maar welke? Gelukkig was onze - originele - versie herkenbaar aan de flauwe grappen die we ertussen hadden gezet; de kopiïst had die eruit geknipt.

Wat doe je nu, en hoe kwam je daar terecht?
Mariëlle: Momenteel ben ik Universitair docent in de Informatica aan de TU van Twente. Ik ben in 2002 in Nijmegen gepromoveerd bij Frits Vaandrager, die er toen pas nieuw was. Ik had het Freye stipendium gekregen ter stimulering van vrouwelijke wetenschappers, en heb daarvan als AIO een paar maanden doorgebracht op Long Island.

Was je het wel eens met zo'n - sexe gerelateerde - prijs?
Mariëlle: Ja, daar zie ik het nut wel van in. Een hoop meisjesstudenten zijn beter dan vele jongens maar durven te weinig op de voorgrond te treden. Het is daarom goed om ze te stimuleren.

Vervolgens verbleef ik 2 1/2 jaar als postdoc aan de University of Santa Cruz in California, dat was tussen 2002 en 2004. Een pracht tijd: altijd lente, hard werken en heel veel feesten! Daarna kon ik terecht in Twente, en daar ben ik nu nog.

En jij, Peter?
Peter: Wel, dat is wat ingewikkeld. Eigenlijk was ik in 1993 al klaar met mijn studie, maar formeel ben ik pas in 1995 afgestudeerd. Tijdens mijn studie ben ik nog, samen met mijn afstudeerdocent Steffen van Bakel, een jaar in Italië geweest. Daarna heb ik twee jaar wiskunde gestudeerd hier in Nijmegen. In 1995 studeerde ik af in zowel Informatica als Wiskunde.

Promoveren in de wiskunde deed ik daarna hier bij Arno van de Essen in november 2001. Ik zat toen al aan de State University of New Mexico (waar ik reeds kennis maakte met de pas bij ons benoemde algebra- hoogleraar May Gehrke). Voor mijn promotie moest ik terugvliegen naar Holland, maar enkele dagen voordien ging mijn vliegmaatschappij, de Sabena failliet! Na de nodige paniek kwam ik gelukkig met de KLM toch nog op tijd.

In die tijd ben ik ook nog een poos bij Mariëlle in Califorië geweest. In 2004 kreeg ik tijdelijk werk in Trento, Italië, waar ik nog een SAT-solver heb helpen bouwen. Kort daarop ging Mariëlle naar Twente en ik naar Nijmegen, bij de Security groep, eerst weer als postdoc en daarna als UD.

Wat houdt dat werk in?
Peter: Mijn huidige werk zou je kunnen omschrijven als het kraken van de OV-jaarkaart en de Chipknip... Dat naast het gewone universitaire werk: onderwijs, organisatie.

Mariëlle: Ik doe onder meer onderzoek op het gebied van Embedded Systems. Eigenlijk heb ik mijn eigen toko: subsidies aanvragen, onderwijs verzorgen, begeleiden van afstudeerders en promovendi.

Wat zie je als pluspunten en minpunten van je werk?
Peter: Veel aandacht vergt het "verkopen" van je onderzoek! Een pluspunt is wel de redelijke vrijheid die je aan de universiteit hebt.
Mariëlle: Ik moet erg veel "ballen in de lucht houden", maar dat is nu eenmaal een fact of life en ook wel weer leuk.

Heb je veel moeten solliciteren?
Mariëlle: Nee, dat hoefde niet. In de informatica is dat gewoonlijk zo; veel van mijn afstudeerders zorgen momenteel dat ze niet te prominent aanwezig zijn op het web omdat ze anders het gevaar lopen platgebeld te worden!

Peter: Ook bij mij verliep alles soepeltjes. Een uitzondering vormde mijn korte verblijf in Californië. Daar was toen net de vorige IT-dip en zonder green card kreeg je geen baan, en de bedrijven waren ook niet geïnteresseerd om zich daarvoor in te zetten.

Heb je veel bijscholing nodig gehad?
Mariëlle: Ik heb een aantal managementcursussen gevolgd, o.a. Academisch Leiderschap. Voor het overige leer je aan een universiteit natuurlijk voortdurend bij, bij elk artikel dat je leest.

Peter: Ik sluit me daarbij aan; je leert steeds bij! In verband met mijn werk op security-gebied heb ik ook een mediatraining gevolgd.

Waarbij is je studie Informatica nog van nut?
Peter: Beetje triviale vraag in ons geval. Ik heb wel het gevoel dat je voor het werk dat ik nu doet beter wiskunde kunt studeren.

Mariëlle: Je kennis van de informatica zorgt dat je feeling hebt met de toepassingen daarvan. En je wereldbeeld wordt natuurlijk door de informaticastudie beïnvloed, maar dat zou ook zo zijn bij culturele antropologie.

Maar in mijn geval is vooral de combinatie van informatica en wiskunde nuttig bij mijn onderzoek. Indertijd heb ik de "kopstudie" Wiskunde en Informatica gedaan. Veel van de studenten daaruit zijn later gepromoveerd en/of universitair werkzaam geworden (bv. ook Erik Barendsen, jullie huidige onderwijsdirecteur). Het is onbegrijpelijk dat men die studie heeft laten verdwijnen!

Wat zijn je toekomstplannen?
Mariëlle: Ik zit nu op een UHD-track en ik wil eigenlijk gewoon voortgaan met een academische carrière.

Peter: idem. Ik had wel eens vage plannen om consultancy op wiskundig gebied te gaan doen, maar eigenlijk bevalt de vrijheid aan de universiteit me uitstekend1

Heb je nog contact met je medestudenten?
Mariëlle: Ja, voornamelijk binnen een kringetje van gepromoveerden - en ook met een groepje wiskundestudenten die allemaal ofwel IT-er, ofwel wiskunde-lerares zijn geworden...

Peter: Ik ontmoet o.a. Jacques Verriet en Martijn Oostdijk nog regelmatig.

Heb je nog een goede raad voor aankomende studenten?
Mariëlle: Zie je studie als een investering, waaruit je een zo hoog mogelijke "return on investment" moet zien te halen - met andere woorden: concentreer je op de "kernvakken" met een hoge moeilijkheidsgraad en een grote houdbaarheid!

Peter: Maar doe vooral ook de dingen die je leuk vindt!

Mariëlle: Onze zoon Quinten mag later elke studie kiezen die hij wil, mits de naam daarvan uit één woord bestaat! (- of gewoon "blokkenbouwer", dat is ook best).

Peter en Mariëlle, hartelijk dank voor dit interview!

Dick van Leijenhorst, 12 september 2008.