Bernadette Smelik, Bijfiguren in de Lancelot en prose; een studie over de verteltechnische functies van ridders, jonkvrouwen, schildknapen, dwergen en kluizenaars. Nijmegen: de Keltische Draak, 2002. 332 pp. ISBN: 90-806863-1-X / 3-89323-081-5. Euro 40.00.

  

Soapseries op televisie zijn erg populair. In de Middeleeuwen was er nog geen televisie, maar de mensen in die tijd hadden wel hun eigen soaps: de verhalen over koning Artur en de ridders van zijn tafelronde. Sommige van de boeken over deze beroemde koning zijn zeer lang (1800 pagina's), maar waren desondanks buitengewoon geliefd, hetgeen blijkt uit de vele middeleeuwse handschriften die ervan bewaard zijn gebleven. De Lancelot en prose is zo'n populaire roman, een Franse tekst uit de dertiende eeuw. Gezien de ingewikkelde structuur van het verhaal hebben vele onderzoekers zich afgevraagd waarom nu juist dit verhaal zo'n groot publiek heeft aangesproken. Zou het publiek niet te veel moeite hebben gehad al luisterend (want er werd nog niet veel gelezen) de verhaallijn te volgen, die is opgebouwd uit verschillende avonturen bevolkt met tientallen ridders, jonkvrouwen, dwergen en kluizenaars? Uit het onderzoek naar de bijfiguren in deze tekst blijkt dat juist deze bijfiguren de sleutel tot het begrip vormen, hetgeen in deze studie uit de doeken gedaan wordt.

order